Handleidingen
CoDesk Remote Desktop (RDP)
CoDesk OTP (One Time Password)
Locaties als de gebruikelijke kantoorlocatie(s) en geregistreerde thuiswerkplekken kunnen op basis van ‘whitelisting’ worden uitgezonderd van het vragen naar de OTP-code. Locaties worden herkend aan de hand van het externe IP-adres van die locatie.
Op verzoek kan OTP voor elke klant geactiveerd worden via een verzoek aan service@codesk.nl. Na activering kan de klant aangeven welke IP-adressen bij kantoorlocaties horen. Indien gewenst kan er per medewerker ook een IP-adres als thuiswerklocatie worden geregistreerd.
Ten slotte moet in ITM per persoon het mobiele nummer en eventueel het e-mailadres geregistreerd worden.
Na deze voorbereiding logt de gebruiker zoals gebruikelijk in, maar verschijnt bij het starten van een sessie dan een tussenstap in de vorm van het controleren van het IP-adres.
Bepalen van het IP-adres
Bij het inloggen wordt gekeken wat het IP-adres van de computer van de gebruiker is. De melding is dan ‘Getting IP address…’. Dit duurt enkele seconden.
Inloggen op een kantoorlocatie (HQ)
Indien het IP-adres overeenkomt met een geregistreerde kantoorlocatie, dan wordt de melding getoond ‘HQ IP Allowed!’.
Daarna gaat het inloggen normaal verder. Er wordt niet om een extra code gevraagd.
Inloggen op een thuiswerklocatie
Indien het IP-adres overeenkomt met dat van de geregistreerde thuiswerklocatie, dan wordt de melding getoond ‘Home IP Allowed!’.
Daarna gaat het inloggen normaal verder. Er wordt niet om een extra code gevraagd.
Inloggen op een andere locatie
Als er geen geautoriseerd IP-adres wordt gevonden, dan wordt er nummerieke code gevraagd. Die wordt naar het in ITM geregistreerde mobiele nummer gestuurd. Additioneel kan deze code ook naar een (extern) e-mailadres worden gestuurd.
Elke verzonden code is 3 minuten geldig. Na het verstrijken of na het invoeren van een verkeerde OTP-code wordt de sessie direct uitgelogd.
Opnieuw verbinding maken met bestaande sessie.
Als de sessie (na inactiviteit of bijvoorbeeld het haperen van de internetconnectie) weer opgepakt wordt, dan wordt gekeken of het IP-adres hetzelfde is gebleven.
Zo ja, dan verschijnt even de melding ‘Reconnected’. Daarna kun je weer verder werken.
Indien nee, dan volgt weer de controle op IP-adres van de kantoorlocatie of de thuiswerkplek.
RDP connectie instellen op een Mac
Stap 1: Haal het RDP programma Microsoft Remote Desktop op uit de app store en installeer het.
UPDATE per september 2024: Microsoft heeft voor iOS en Mac de applicatie hernoemd naar “Windows App” . Het icoontje is nu blauw met 4 vierkantje op een witte achtergrond.
Zie https://apps.apple.com/nl/app/windows-app/id1295203466?mt=12
Stap 2: Start het programma daarna vanuit het Dock (taakbalk)
Stap 3: Start een nieuwe connectie door op de + te drukken:
Stap 4: Er opent een scherm om een nieuwe connectie vast te leggen
Stap 5: Geef de connectie een naam bij Connection Name.
Stap 6: Vul de PC name in. Hier wordt bedoeld de naam van serverfarm waar uw sessie zal draaien.
Met serverfarm bedoelen we een verzameling (farm) van gelijke servers waar uw Windows sessie wordt opgestart.
*<ZIE HIERONDER> = De naam van de farm kun je opvragen bij jouw ITM’er of je vraagt even wat een collega heeft staan. Anders bel je onze servicedesk. De naam eindigt op ‘. codesk.nl’ .
Stap 7: Nu moet er een Gateway ingesteld worden. Kies voor “Add gateway”.
Stap 8: In het scherm wat dan opent kun je een Gateway toevoegen.
Klik op het plusje links onderin.
Stap 9: geeft de Gateway een naam en vul de servernaam in.
Laat Username en Password leeg!
De naam van de server kun je opvragen bij jouw ITM’er of je vraagt even wat een collega heeft staan. Anders bel je onze servicedesk. De naam eindigt op ‘. codesk.nl’
Stap 10: Controleer de configuratie.
1. De connectie heeft een (zelfgekozen) naam
2. De PC naam is ingevuld
3. de Gateway is ingevuld
4. Controleer de settings bij Resolution en verder. Als je niet wat je moet instellen, neem dan de getoonde opties over.
Stap 11: Instellen van sessie settings.
Switch naar het tabblad Session
1. Activeer Forward printing devices als je de lokaal geïnstalleerd printer(s) op jouw Mac ook in de remote desktop sessie bij CoDesk wil gebruiken
2. Kies bij Sound voor Play on device als je het geluid vanuit de remote desktop sessie bij CoDesk wil kunnen horen.
Stap 12: Instellen van folder redirection
Folder redirection op een Mac zorgt er voor dat een folder op jouw Mac als een ‘drive’ wordt meegenomen in jouw sessie bij CoDesk. Dit is handig om snel gegevens tussen de Mac en de sessie heen en weer te halen.
Switch naar het tabblad Redirection
1. Zet het vinkje Enable folder redirection aan.
2. Klik op de + linksonder
3. Geef een naam op voor de connectie met de lokale folder en wijs via Browse de gewenste lokale folder aan
4. Klik de gewenste folder (of maak een nieuwe met New Folder) en klik dan op Choose.
5. Controleer de configuratie. Je ziet de ‘redirection’ met de naam die je er aan gegeven hebt en het lokale pad op jouw Mac naar die folder.
Stap 13: Configuratie afsluiten
Sluit de configuratie en in het hoofdscherm van de RDP-applicatie zie je nu je aangemaakt connectie staan onder My Desktops. Die kan je nu vanaf hier starten
Stap 14: Eerste keer connectie maken
1. Start de connectie en dit scherm verschijnt
2. Check of de juiste map als drive wordt gekoppeld
3. Merk op dat het klembord (clipboard) en de lokale printers worden gekoppeld (op basis van eerder opgegeven voorkeuren)
4. Do not ask again for connections to this computer aanvinken indien gewenst
Nota Bene De logingegevens voor de PC (dus de server bij CoDesk) worden ook gebruikt voor de Gateway. Die hoef je niet apart op te geven.
Zijn er bij de Gateway wél aparte inloggegevens vastgelegd, dan kan je na een aanpassing van je wachtwoord een melding krijgen over Invalid TS Gateway credentials.
Pas die gegevens dan aan of haal ze weg bij het onderdeel Gateway in configuratie van je sessie.
CoDesk Exchange (on Premise)
E-mail instellen op telefoon / tablets
De manier om e-mail via CoDesk instellen op een mobiele telefoon (of tablet) is erg afhankelijk van merk en type telefoon en in sommige gevallen ook nog van de app die gebruikt wordt. Een algemene instructie is daarom niet te geven.
Maar los van het apparaat of app, de settings zijn echter wel altijd hetzelfde, ook al zal de benaming van de onderdelen of de indeling van een configuratiescherm per apparaat / app iets schelen.
De settings zijn:
- Soort account: Exchange
- E-mailadres: het e-mailadres waarmee binnen de CoDesk-omgeving gemaild wordt
- Gebruikersnaam: het e-mailadres (doorgaans ook de netwerklogin)
- Wachtwoord: standaard netwerkwachtwoord
- Server: webmail.codesk.nl
- Domein: leeglaten / niks invullen
- SSL gebruiken: Ja
Nota bene: steeds meer devices proberen op basis van ‘autodiscover’ de juiste settings op te halen zonder dat je als gebruiker iets nog anders moet doen dan alleen je e-mailadres op te geven. Dus in specifieke gevallen is dat voldoende.
Microsoft Exchange Online
Persoonlijk filter / Instellen van quarantaine mails
CoDesk klanten die Microsoft Exchange Online (via CoDesk) gebruiken krijgen daar een persoonlijk SPAM-filter bij. Van e-mailberichten die tegengehouden worden of zelfs preventief gewist worden (bij zeer gevaarlijke content) krijg je op gezette tijd een overzicht per e-mail. Dat is een zgn. ‘Quarantine report’ vanuit CoDesk Mailsecurity:
Deze overzichten bevatten de afzender, het ondewerp en de reden voor blokkering. Bij (vermoedelijke) SPAM kan je kiezen om een veilige ‘Preview‘ te bekijken, de mail alsnog te laten bezorgen (via de knop Deliver) en je kan de afzender (als het voor jou toch geen SPAM was) op lijst met veilige afzenders zetten (Add sender to allow list). Dan worden die mails voortaan gewoon doorgelaten.
Je hoeft niet te wachten op deze berichten: je kan ‘real time’ meekijken wat er binnen komt via je persoonlijke ‘control panel’. De link staat in het controlpanel maar je kan ook deze LINK gebruiken.
Je logt in met je Microsoft-account en daarna kom je op deze pagina:
Daar kan zien via Email Live Tracking zien wat er binnen komt of is gekomen en wat er waarom is tegengehouden of doorgelaten (zie de kleurcodering):
De optie ‘Filter & Reports‘ brengt je op de plek waar je kan bepalen hoe vaak je de quarantine report mail wil zien en of je het ‘infomail’ filter wil toepassen. Dat filtert vooral dingen als nieuwsbrieven en andere legitieme, maar wel hele algemene mails.
Ook handig: de optie om je persoonlijke Deny en Allow lijsten te beheren:
Microsoft 365 / Azure / Entra
Computer configureren met Control'em
Zie de handleiding op www.codesk.nl/controlem
Inloggen op je computer met je Microsoft account (Entra join / Azure AD join)
Toevoegen van je computer aan jouw organisatie doe je via Microsoft Entra ID (voorheen Azure AD). Met deze stappen kan je daarna inloggen op jouw computer met je Microsoft account én ben je gelijk ingelogd in alle Office-functies.
Deze handleiding is gemaakt voor Window 11. De stappen in Windows 10 zijn net anders, maar komen op hetzelfde neer.
LET OP: doe dit alleen op computers van je werkgever, want na deze stappen worden alle settings van en voor jouw organisatie van toepassing op de computer .
Stap 1: Log in met een account met Administrator* rechten en ga dan naar Account in Settings zoals aangegeven en klik zoals aangegeven:
* Heb je zelf het Administrator account niet, vraag dan de ITM’er van jouw organisatie. Die kan je verder helpen.
Stap 2: Ga naar ‘Access school or work‘. In het Nederlands zoek je naar de optie Toegang tot werk of school
Stap 3: Klik daarna op Connect / Verbinden
Stap 4: Vul je login (e-mailadres in) nog niet in en kies voor toevoegen aan Microsoft Entra ID (of Azure Active Directory als die optie er staat). Kies dan voor Next / Volgende.
Nota bene: voorkomen dat een gebruiker onbedoeld Admin-rechten krijgt
Standaard wordt het eerste Microsoft-account dat zich aanmeldt op een computer (ook) een Administrator. Dat is doorgaans niet de bedoeling in een bedrijfsomgeving en om dat te voorkomen zijn er 2 opties:
– Laat het CoDesk regelen als de computers onder doorlopende beheer staan.
óf
– Log de eerste keer steeds in met een Microsoft account uit jouw tenant die wél admin rechten mag hebben en laat daarna pas de gebruiker inloggen.
Als er Join to Azure Active Directory staat:
Als er Join to Microsoft Entra ID staat:
Stap 5: Log het volgend scherm in met je Microsoft account gegevens en daarna wordt gecontroleerd of je bij de juiste organisatie aanmeldt.
Deze stap is belangrijk: als niet de goede organisatie is aangegeven, dan gebruik je een verkeerd account.
Stap 6: Het aanmelden van de computer bij Entra ID / Azure Active Directory duurt even. Daarna volgt deze melding:
Reboot daarna de computer en je kan inloggen met je Microsoft-account (doorgaans je e-mailadres).
Op het loginscherm moet je eenmalig kiezen voor ‘Other user‘ / ‘Ander gebruiker‘ maar daarna log je voortaan altijd direct in met je eigen account.
Microsoft Teams wachtwoord wijzigen
Met onderstaande stappen kun je je wachtwoord in Microsoft Teams wijzigen
Stap 1: Inloggen in Teams en dan klik je rechtsboven op jouw initialen
Stap 2: Vervolgens klik je op View account
Stap 3: Log je in met jouw oude wachtwoord en daarna eventueel met je MFA code
Stap 4: Klik je op Wachtwoord wijzigen, mogelijk komt hier ook een MFA melding
Stap 5: En in het volgende scherm kun je je nieuwe wachtwoord ingeven, zorg dat deze gelijk is aan je eventuele CoDesk wachtwoord
Stap 6: Hierna keer je terug naar je Teams en log je uit, hierna log je weer in met je nieuwe wachtwoord en het zou allemaal moeten werken. Wanneer je Word / Excel / Powerpoint / Outlook gebruikt dien je ook daar uit en in te loggen
CoDesk add-ons
Meer ondersteuning vindt u op onze Help-pagina.
Mijn vraag staat er niet bij
Stuur dan een e-mail naar service@codesk.nl
en stel dan steeds per e-mail één vraag
Bij échte spoed: bel 088 – 188 1991